klaslokaal
Uiterlijk
- Geluid: klaslokaal (hulp, bestand)
- IPA: / ˈklɑsloˌkal / (3 lettergrepen)
- klas·lo·kaal
- samenstelling van klas en lokaal
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | klaslokaal | klaslokalen |
| verkleinwoord | klaslokaaltje | klaslokaaltjes |
het klaslokaal o
- (onderwijs) een ruimte in een school voor het geven van les aan scholieren
- Na schooltijd werd het klaslokaal gebruikt voor het geven van bijlessen.
- Het woord klaslokaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "klaslokaal" herkend door:
| 100 % | van de Nederlanders; |
| 99 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Onderwijs in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %