gehalte
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·hal·te
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘inhoud’ voor het eerst aangetroffen in 1729 [1]
- afgeleid van houd (stam van het werkwoord houden) met het omvoegsel ge- -te dat een verzameling aangeeft [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gehalte | gehalten gehaltes |
verkleinwoord | gehaltetje | gehaltetjes |
Zelfstandig naamwoord
gehalte o
- hoeveelheid van iets in een mengsel.
- de mate van.
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord gehalte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "gehalte" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "gehalte" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ gehalte op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be