geelrugdikbek
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- geel·rug·dik·bek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | geelrugdikbek | geelrugdikbekken |
verkleinwoord | geelrugdikbekje | geelrugdikbekjes |
Zelfstandig naamwoord
de geelrugdikbek m
- (zangvogels) Mycerobas affinis een zangvogel uit de familie Fringillidae (vinkachtigen). Deze soort komt voor in de bergen van noordelijk Pakistan tot zuidoostelijk Tibet, noordoostelijk Myanmar en centraal China
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'geelrugdikbek' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.