etage

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

eerste etage van de Eifeltoren
Uitspraak
Woordafbreking
  • eta·ge
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘verdieping’ voor het eerst aangetroffen in 1786 [1]
  • afgeleid van het Franse étage (met het achtervoegsel -age) [2] [3]
enkelvoud meervoud
naamwoord etage etages
verkleinwoord etagetje etagetjes

Zelfstandig naamwoord

etage v [4]

  1. verdieping
    • Hij woonde op de derde etage van het flatgebouw. 
  2. appartement (woning in een flat).
    • Hij huurde een etage in Parijs en begon daar te schrijven aan zijn roman. 
  3. een geologisch tijdperk, chronostratigrafische eenheid
    • Het geologisch tijdperk Maastrichtien (Vlaanderen: Maastrichtiaan) is de laatste tijdsnede in het Laat-Krijt. Het is tegelijkertijd een etage in de Europese chronostratigrafie. 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen