fataal
Uiterlijk
- fa·taal
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘noodlottig’ voor het eerst aangetroffen in 1603 [1]
- afgeleid van het Latijnse fatum (lot) met het achtervoegsel -aal [2]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | fataal | fataler | fataalst |
verbogen | fatale | fatalere | fataalste |
partitief | fataals | fatalers | - |
fataal
- leidend tot een ongelukkig lot, het einde, de dood
- Een jaar vertraging is vaak fataal voor de ontwikkeling van een leerling.
- In zijn afscheidsrede vertelde de oud-wethouder dat de afrekencultuur hem fataal is geworden.
- ▸ Een misstap zou fataal zijn, omdat je dan verticaal 800 m naar beneden zou storten.[3]
- dood veroorzakend, waarbij doden zijn gevallen
- De politie is een onderzoek gestart naar de toedracht van het fatale ongeluk.
- Ongevallen met vrachtwagens zijn ernstig van aard en hebben vaker een fatale afloop.
- (juridisch) fatale termijn: een termijn waarbinnen iets dient plaats te vinden, erna is het niet meer mogelijk
- [1] noodlottig
- [2] dodelijk
- Het woord fataal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "fataal" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "fataal" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ fataal op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be