Naar inhoud springen

faculteit

Uit WikiWoordenboek
Faculteit bouwkunde in Delft
  • fa·cul·teit
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘hoofdafdeling van universiteit’ voor het eerst aangetroffen in 1710 [1]
  • afgeleid van het Franse faculté (met het achtervoegsel -teit) [2] [3]
enkelvoud meervoud
naamwoord faculteit faculteiten
verkleinwoord - -

defaculteitv

  1. (onderwijs) elk van de hoofdafdelingen van een universiteit of hogeschool
    • Archeologie, Geesteswetenschappen, Geneeskunde, Governance and Global Affairs, Rechtsgeleerdheid, Sociale Wetenschappen, en Wiskunde en Natuurwetenschappen zijn de faculteiten van de Universiteit Leiden. 
     Hij kreeg hierdoor te maken met onder meer doodsbedreigingen en bommeldingen op de faculteit. In 2009 blikte de criminoloog in gesprek met het Leids Universitair Weekblad Mare terug op die periode. "Ik schermde zo goed mogelijk mijn gezin af, maar dat lukte natuurlijk slecht." Zo kreeg hij ook telefonisch bedreigingen en werd er poep door de brievenbus gegooid.[4]
     De VU laat aan de NOS weten te waarderen dat het werkveld erg betrokken is. "De realiteit blijft echter dat de afdeling Aardwetenschappen langdurig te maken heeft met structurele financiële tekorten, ondanks eerdere reorganisaties en gedeeltelijk steun van andere afdelingen. Deze structurele tekorten zijn niet langer mogelijk gezien de bezuinigingsopgave waar we als faculteit, maar ook als universiteit in haar geheel, nu voor staan."[5]
  2. (onderwijs) het college van hoogleraren, al dan niet met het personeel en de studenten van een hoofdafdeling van een universiteit of hogeschool
  3. (wiskunde) product van een reeks factoren die telkens met één toenemen met de eerste factor gelijk aan één dus:
    de faculteit van een natuurlijk getal n, genoteerd als n! (n faculteit), is gedefinieerd als het product van de getallen 1 tot en met n.
    • 6 faculteit is 1 x 2 x 3 x 4 x 5 x 6 en is dus 720 
  4. macht, vermogen, bevoegdheid
94 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[6]