exemplaar
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- exem·plaar
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘stuk’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1641 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | exemplaar | exemplaren |
verkleinwoord | exemplaartje | exemplaartjes |
Zelfstandig naamwoord
exemplaar o
- een individueel voorbeeld ergens van
- Ik heb nog maar twee exemplaren van deze zeldzame munt gezien.
Synoniemen
Vertalingen
1. een individueel voorbeeld ergens van
Gangbaarheid
- Het woord exemplaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "exemplaar" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |