unicaat
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- uni·caat
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Latijn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | unicaat | unicaten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
unicaat o
- een voorwerp dat door kunstnijverheid is vervaardigd, en dat een uniek exemplaar vormt
Synoniemen
Antoniemen
Gangbaarheid
- Het woord unicaat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "unicaat" herkend door:
40 % | van de Nederlanders; |
40 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ unicaat op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be