Naar inhoud springen

eigeel

Uit WikiWoordenboek
  • ei·geel
enkelvoud meervoud
naamwoord eigeel eigelen
verkleinwoord

het eigeelo

  1. de gele eidooier die in het midden van het ei zit
    • De verfsoort tempera is gemaakt van eigeel 
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen eigeel eigeler eigeelst
verbogen eigele eigelere eigeelste
partitief eigeels eigelers -

eigeel

  1. (kleur) zo geel als een eidooier
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be