divers

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • di·vers
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen divers diverser diverst
verbogen diverse diversere diverste
partitief divers diversers -

Bijvoeglijk naamwoord

divers

  1. onderling duidelijk verschillend
    • De redenen voor mijn besluit zijn erg divers. 
  2. (pregnant) (sociologie) (politiek) gekenmerkt door de aanwezigheid van mensen met een verschillend achtergrond in etniciteit, geslacht of geaardheid e.d. in een organisatie of op het werk
     Als die daar niet in slagen, kan de minister benoemingen tegenhouden en vacatures niet vervullen tot er een vrouw of allochtoon is gevonden. „Als je goed zoekt, dan vind je ze. We leven in een diverse samenleving. De politie moet daarvan een afspiegeling zijn”, zei Ter Horst gisteren.[4]
    • Dit is een veel diversere samenleving geworden. 
  3. twee of meer (gevolgd door een meervoud)
    • Ik heb je diverse keren proberen te bellen maar je nam niet op. 
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen


Engels

Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

divers mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord diver