Naar inhoud springen

verschillend

Uit WikiWoordenboek
  • ver·schil·lend
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen verschillend verschillender verschillendst
verbogen verschillende verschillendere verschillendste
partitief verschillends verschillenders -

verschillend

  1. niet op elkaar lijkend
    • Toen hij thuiskwam zag hij pas dat hij verschillende kleuren had gekocht. 

verschillend

  1. meerdere en telkens andere
    • Verschillende mensen hadden hem afgeraden die wereldreis te maken. 
  • verscheiden en verschillend zijn synoniemen waarbij verschillend veel frequenter is.
  • Na een bijwoord kan men alleen verschillend gebruiken: zij waren heel verschillende mensen (zij waren heel verscheidene mensen is fout)
vervoeging van: verschillen
verbogen vorm: verschillende

verschillend

  1. onvoltooid deelwoord van verschillen
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be