dessus
Frans
Uitspraak
Voorzetsel
dessus
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
dessus | le dessus | dessus | les dessus |
Zelfstandig naamwoord
dessus m
- bovenkant
- (textiel), (huishouden) kleedje (dat op iets ligt)
- (bouwkunde) zoldering (v.e. theater)
- (muziek) discant
- (figuurlijk) overmacht, overwicht