decembermaand

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  decembermaand    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• de·cem·ber·maand

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  december zn  en  maand zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	decembermaand	decembermaanden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de decembermaand v / m

1. de 12de en laatste maand van het jaar

   ▸ Met de personeelswisselingen wilde Slot zijn sleutelspelers rust gunnen in deze volle decembermaand, maar deels was hij er ook toe gedwongen. Gernot Trauner en Orkun Kökçü waren geblesseerd, Guus Til zat een schorsing uit en in Iran zien ze liever niet dat international Alireza Jahanbakhsh een wedstrijd afwerkt tegen een ploeg uit Israël.

   ▸ De Duitse brancheorganisatie voor winkels (HDE) heeft scherpe kritiek geuit op de voorgenomen coronamaatregelen. Volgens HDE doet de retail voldoende om de verspreiding van het coronavirus tegen te gaan. De de facto lockdown voor ongevaccineerden zorgt ervoor dat veel winkeliers inkomsten gaan mislopen in de doorgaans lucratieve decembermaand, vreest de HDE.

Synoniemen

• wintermaand, kerstmaand, donkeremaand

Verwante begrippen

• januarimaand, februarimaand, maartmaand, aprilmaand, meimaand, junimaand, julimaand, augustusmaand, septembermaand, oktobermaand, novembermaand,

Gangbaarheid

• Het woord decembermaand staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.