augustusmaand

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • au·gus·tus·maand
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord augustusmaand augustusmaanden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de augustusmaandv / m

  1. (tijdrekening) de 8ste maand van het jaar
     Het was de tijd waarin de jonge Speranski op het hoogtepunt van zijn roem stond, en waarin zijn hervormingen energiek werden doorgevoerd. De tsaar was in die augustusmaand tijdens een ritje uit zijn rijtuig gevallen, had daarbij zijn voet bezeerd en verbleef drie weken in Peterhof, waar hij elke dag uitsluitend Speranski ontving.[2]
     De kachel kan weer uit, de warme kleding kan weer terug in de kast en de chocolademelk hoeft nog niet te worden opgewarmd. Want na een natte augustusmaand komt de zomer even terug.[3]
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Oorlog en Vrede” (1869), van Oorschot, ISBN 978902825115 1
  3. Bronlink geraadpleegd op 16 januari 2022 Weblink bron “"Nazomer pleister op de wonde"” (01-09-2014), NOS