oktobermaand

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ok·to·ber·maand
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord oktobermaand oktobermaanden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de oktobermaandv / m

  1. de 10de maand van het jaar, wijnmaand
     Maar net zoals we bij het zien van de verstrooide mieren rond het verstoorde nest, ondanks de volledige vernietiging van het nest, uit de vasthoudendheid, de energie, uit de enorme hoeveelheid krioelende insecten kunnen opmaken dat alles is verwoest behalve iets onverwoestbaars, iets onstoffelijks dat de eigenlijke kracht van het mierennest vormt, zo was in die oktobermaand ook Moskou, ondanks het feit dat er geen gezag was, er geen kerken, geen heiligdommen, geen rijkdommen en geen huizen meer waren, hetzelfde Moskou dat het in augustus was geweest.[2]
     In grote delen van de VS en Canada kan de winterjas uit de kast worden gehaald. Na een extreem warme oktobermaand is de temperatuur binnen een paar dagen ruim 20 graden gedaald. Het koude winterweer komt vanuit Alaska, waar een hele krachtige storm woedde.[3]
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Oorlog en Vrede” (1869), van Oorschot, ISBN 978902825115 1
  3. Bronlink geraadpleegd op 22 januari 2022 Weblink bron “Amerikanen kampen met vroeg winterweer” (14-11-2014,), NOS