daging
Uiterlijk
- da·ging
- Naamwoord van handeling van dagen met het achtervoegsel -ing[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | daging | dagingen |
verkleinwoord | daginkje | daginkjes |
de daging v
- (juridisch) het dagen, het dagvaarden [2]
- Het woord daging staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "daging" herkend door:
66 % | van de Nederlanders; |
66 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- da·ging
daging
- (anatomie) spierweefsel
- (voeding) vlees, de delen van geslachte dieren, waaruit voedsel bereid wordt
- (figuurlijk) lichaam als tegendeel van geest of ziel
- (plantkunde) vruchtvlees
- IPA: /dagɪŋ/
daging
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -ing in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Juridisch in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 66 %
- Prevalentie Vlaanderen 66 %
- Woorden in het Indonesisch
- Zelfstandig naamwoord in het Indonesisch
- Anatomie in het Indonesisch
- Voeding in het Indonesisch
- Figuurlijk in het Indonesisch
- Plantkunde in het Indonesisch
- Woorden in het Javaans
- Woorden in het Javaans met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Javaans
- Voeding in het Javaans