curatrix
Uiterlijk
- cu·ra·trix
- van Latijn curatrix "verzorgster"
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | curatrix | curatrices |
verkleinwoord |
de curatrix v
- (juridisch) (beroep) vrouw die door de rechter is aangewezen om het beheer te voeren over de bezittingen van een natuurlijk persoon of van een rechtspersoon
- ▸ Zijn schoonmoeder werd curatrix van Adriana en nam de (geestelijk niet geheel capabele) dochter Adriana in huis.[1]
- vrouwelijk lid van de raad van toezicht over een instelling
- ▸ De Koningin werd verwelkomd door de burgemeester van Doorn, de heer P.W. ter Haar, de president-directeur ds. F.J. Pop, de president curator mr. H.F. van Meer en de curatrix mejuffrouw dr. C. Boer.[2]
vrouwelijke vorm van curator
- [1] bewindvoerder
- [1] curatele
- [1] faillissement
- Het woord 'curatrix' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑
Weblink bron Voogd zou vermogen van weerloze vrouw hebben verduisterd in: Trouw
(26 juni 1970), Organisatie Trouw, Meppel, p. 10 kol. 6
- ↑
Weblink bron Koningin Juliana bij derde lustrum Kerk en Wereld in: Zeeuwsch Dagblad, jrg. 16 nr. 4712 (21 november 1960), p. 1 kol. 5
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Juridisch in het Nederlands
- Beroep in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal