confrontatie
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- con·fron·ta·tie
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van confronteren met het achtervoegsel -atie [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | confrontatie | confrontaties |
verkleinwoord | confrontatietje | confrontatietjes |
Zelfstandig naamwoord
confrontatie v
- aanvaring met andere persoon of zware problemen tussen groepen
- blootstelling aan (onaangename) feiten en/of problemen
- ▸ Dit was de eerste echte beproeving die dag. De directe confrontatie met water.[2]
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord confrontatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "confrontatie" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ confrontatie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ “ (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht, ISBN 90-229-9182-2
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be