compenseren
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: compenseren (hulp, bestand)
Woordafbreking
- com·pen·se·ren
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘vereffenen’ voor het eerst aangetroffen in 1423 [1]
- afgeleid van het Franse compenser (met het achtervoegsel -eren) [2] [3]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
compenseren |
compenseerde |
gecompenseerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
compenseren
- overgankelijk iets goed (proberen te) maken, terug in balans brengen
- De oude fietser wist zijn verminderde snelheid te compenseren door langer door te fietsen.
- Een korte sluitertijd kun je compenseren met een groter diafragma of een lichtgevoeliger film.
- ▸ Daardoor is ze volgens de rechter inderdaad "op het verkeerde been gezet", maar het algemeen belang weegt zwaarder. Daarbij speelt mee dat de gemeente heeft toegezegd dat ze financieel gecompenseerd zal worden.[4]
Synoniemen
Antoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. iets goed (proberen te) maken, terug in balans brengen
Gangbaarheid
- Het woord compenseren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "compenseren" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[5] |
Verwijzingen
- ↑ "compenseren" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Wiktionnaire
- ↑ compenseren op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Weblink bron “Vestiging flitsbezorger A'dam moet dicht, gevoelige nederlaag darkstores” (26 april 2022), NOS
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 11
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -eren in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %