compenseerde
Uiterlijk
- com·pen·seer·de
vervoeging van |
---|
compenseren |
compenseerde
- enkelvoud verleden tijd van compenseren
- Ik compenseerde.
- Jij compenseerde.
- Hij, zij, het compenseerde.
- Ik compenseerde.
- Het woord compenseerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.