collocatie

Uit WikiWoordenboek
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: colocatie

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • col·lo·ca·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord collocatie collocaties
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de collocatiev

  1. (taalkunde) min of meer vaste combinatie van woorden
    • Het is met name moeilijk om de woordvolgorde van een dergelijke collocatie te wijzigen zonder meteen ook het idiomatische karakter ervan aan te tasten.[4] 
  2. (juridisch) aanwijzing van de volgorde van schuldeisers
    • Liever dan een verzoek tot collocatie van een schuldenaar mede te ondertekenen, hoopte Petrus Lemmens in 1789 op een andere manier een financieel geschil op te lossen.[5] 
  3. (juridisch) juridisch afgedwongen opname in een psychiatrische inrichting
    • De wet op de collocatie wordt toegepast zonder dat er sprake moet zijn van een misdrijf.[6] 
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

40 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[7]

Meer informatie

Verwijzingen