bruidegomspijp
Uiterlijk
- Geluid: bruidegomspijp (hulp, bestand)
- IPA: / ˈbrœydəɣɔmsˌpɛip / (4 lettergrepen)
- brui·de·goms·pijp
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bruidegomspijp | bruidegomspijpen |
verkleinwoord | - | - |
- (geschiedenis) feestelijk versierd rookgerei van aardewerk, waarmee traditioneel door de bruidegom werd gerookt en dat daarna werd bewaard voor huwelijksjubilea
- Het meisje versierde tijdens de ondertrouw een Goudse pijp voor haar aanstaande man met slingers, linten en bloemen. In sommige streken was het gebruik dat het aanstaande echtpaar op de eerste zondag van de ondertrouw ging eten bij de ouders van de bruidegom en op de tweede zondag bij de ouders van de bruid. Tijdens dit laatste etentje kreeg de man de bruidegomspijp aangeboden door de ongetrouwde zussen van de bruid. [2]
- Het woord 'bruidegomspijp' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 14
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 4 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Invoegsel -s- in het Nederlands
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Geschiedenis in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal