broodrooster

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • brood·roos·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord broodrooster broodroosters
verkleinwoord broodroostertje broodroostertjes

Zelfstandig naamwoord

het broodrooster m/o [3]

  1. (huishouden) een elektrisch toestel om brood te roosteren
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen