Naar inhoud springen

binder

Uit WikiWoordenboek
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: Binder
  • bin·der
  • afgeleid van binden met het achtervoegsel -er
enkelvoud meervoud
naamwoord binder binders
verkleinwoord bindertje bindertjes

debinderm

  1. (beroep) afkorting voor boekbinder
  2. iemand of iets die of dat bindt
  3. machine voor het binden van schoven graan
94 %van de Nederlanders;
93 %van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
  • bin·der

binder

  1. tegenwoordige tijd van binde