beki

Nynorsk

Zelfstandig naamwoord

beki

1. verouderde spelling of vorm van beka tot 2012

(verouderd) bepaalde vorm nominatief meervoud van bek, o

Oudnederlands

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van het Proto-Germaanse *bakiz

Zelfstandig naamwoord

beki v

1. beek

Schrijfwijzen

• beke

Overerving en ontlening

• Middelnederlands: beke v, bēke v
  • Limburgs: baek
  • Nederlands: beek v / m

Verwijzingen

• Oudnederlands woordenboek - Instituut voor de Nederlandse taal

Oudsaksisch

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van het Proto-Germaanse *bakiz

Zelfstandig naamwoord

beki

1. beek

Overerving en ontlening

• Middelnederduits: beke
  • Nedersaksisch: Bääke, Becke, Beek, Beeke, Biëk, Bieke

Pools

Uitspraak

• IPA: /bɛkʲi/

Zelfstandig naamwoord

beki

1. nominatief meervoud van bek
2. accusatief meervoud van bek
3. vocatief meervoud van bek

Zelfstandig naamwoord

beki

1. genitief enkelvoud van beka
2. nominatief meervoud van beka
3. accusatief meervoud van beka
4. vocatief meervoud van beka