begenadigen
Uiterlijk
- Geluid: begenadigen (hulp, bestand)
- be·ge·na·di·gen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
begenadigen |
begenadigde |
begenadigd |
zwak -d | volledig |
begenadigen [1]
- iemand zegenen
- iemand geen straf geven die het wel zou verdienen
- [1] begiftigen, gratificeren, begunstigen, favoriseren
- [2] kwijtschelden, vergeven, matsen
- Het woord begenadigen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 11
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Voorvoegsel be- in het Nederlands
- Achtervoegsel -en in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Onscheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal