begiftigen
Uiterlijk
Niet te verwarren met: vergiftigen |
- Geluid: begiftigen (hulp, bestand)
- be·gif·ti·gen
- In de betekenis van ‘beschenken met’ voor het eerst aangetroffen in 1477 [1]
- Afgeleid van gift met het voorvoegsel be- met het achtervoegsel -ig
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
begiftigen |
begiftigde |
begiftigd |
zwak -d | volledig |
begiftigen
- overgankelijk een gift overhandigen
- Hij begiftigde de organisatie.
- Het woord begiftigen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "begiftigen" herkend door:
86 % | van de Nederlanders; |
86 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ "begiftigen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Voorvoegsel be- in het Nederlands
- Achtervoegsel -ig in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Onscheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 86 %
- Prevalentie Vlaanderen 86 %