beeldhouwer

Uit WikiWoordenboek
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: Beeldhouwer
een beeldhouwwerk dat een beeldhouwer symboliseert

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • beeld·hou·wer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord beeldhouwer beeldhouwers
verkleinwoord beeldhouwertje beeldhouwertjes

Zelfstandig naamwoord

de beeldhouwerm

  1. (beeldhouwkunst), (beroep) een beoefenaar van de beeldhouwkunst
    • De beeldhouwer was een grote kerel die helemaal onder het stof zat. 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be