Naar inhoud springen

basement

Uit WikiWoordenboek
  • ba·se·ment
enkelvoud meervoud
naamwoord basement basementen
verkleinwoord - -

hetbasemento

  1. onderste stuk waarop het opstaande deel rust van een pilaar, zuil of voorwerp dat daarop lijkt
    • De zuidzijde van de muur omvatte het oude basement van de halfronde kolom op die hoek en werd afgesloten met een in negen facetten uitgevoerde ronding in Bentheimer zandsteen. [2]
  2. onderste deel van een muur
    • Wel conform de voorschriften werden de gevels in baksteen uitgevoerd en werd van de natuurstenen hoekblokken en het in blauw arduin uitgevoerde basement afgezien. [3]
enkelvoud meervoud
naamwoord basement basementen
verkleinwoord - -

basement v / m / o

  1. verdieping waarvan de vloer onder het maaiveld ligt, maar die nog wel ramen heeft waardoor het daglicht binnenkomt
    • Het voorm. Landshuis (…), ook wel "Prinsehuis" genoemd, is een blokvormig classicistisch pand, gebouwd in 1662-'64 met basement, twee bouwlagen en een omlopend schilddak. [4]
  1. souterrain
75 %van de Nederlanders;
63 %van de Vlamingen.[5]
  • base·ment
enkelvoud meervoud
basement basements

basement

  1. (bouwkunde) kelder