Naar inhoud springen

allemaal

Uit WikiWoordenboek
  • al·le·maal
  • In de betekenis van ‘onbepaald voornaamwoord’ voor het eerst aangetroffen in 1287 [1]
  • samenstelling van  al  en  maal  met het invoegsel -e-  [2]

allemaal

  1. als bepaling van gesteldheid: in zijn geheel, zonder uitzondering
    • Is dat allemaal voor mij? 
     De kennis in Nederland over de aarde is "eigenlijk een soort puzzel", legt Hoogendoorn van het KNGMG uit. "Er is ook een studie aardwetenschappen aan de Universiteit Utrecht, en bijvoorbeeld een technische variant in Delft. Maar het is allemaal heel nauw op elkaar afgestemd, zonder overlap. Je haalt nu een belangrijke kaart uit het kaartenhuis."[3]
  2. niemand uitgezonderd
     We besloten allemaal tegelijk af te dalen om elkaar tijdens de steile stukken bij te kunnen staan.[4]
     Als mensen op de Strandpromenaden zagen dat de broers een stoofpot deelden, zouden ze allemaal denken dat het 'wildragout'was — de laatste tijd hadden de kranten gewaarschuwd voor de gevaren van vossenvlees —, bier en brandewijn zou ook niemand voor het hoofd stoten.[5]
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[6]
  1. "allemaal" in:
    Sijs, Nicoline van der
    , Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org
    ; ISBN 90 204 2045 3
  2. allemaal op website: Etymologiebank.nl
  3. Bronlink geraadpleegd op 6 mei 2025 Weblink bron
    Sven Schaap
    “Werkveld luidt noodklok op actiedag tegen verdwijnen aardwetenschappen VU” (6 mei 2025), NOS
  4. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  5. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044628142
  6. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be