Naar inhoud springen

allen

Uit WikiWoordenboek
  • al·len

allen

  1. alle ; allemaal, iedereen
    • Mag ik ervan uitgaan dat allen hiermee instemmen. 
     Ik stond mezelf toe het voor me te zien - vakken volgen als Politieke Geografie en Negentiende- eeuwse Britse Vrouwen in de Literatuur, in kleine lokalen waar je met z'n allen in een kring zat.[1]
     De Nederlandse minister van Justitie, Van Weel, ontmoette paus Franciscus gisteren nog. "Een heel bijzonder moment", schrijft Van Weel op X. Ook hij noemt de dood van de paus verdrietig nieuws. "Mijn gedachten zijn bij allen die geraakt zijn door zijn overlijden."[2]

allen

  1. alle ; allemaal
100 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[3]
  1. “Schildpadden tot in het oneindige” (2017), Gottmer op Wikipedia, ISBN 9789025768652
  2. Bronlink geraadpleegd op 21 april 2025 Weblink bron “Bedroefde reacties op dood van paus: 'Miljoenen mensen geïnspireerd'” (21 april 2025), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be