afzonderlijk

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • af·zon·der·lijk
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen afzonderlijk
verbogen afzonderlijke
partitief afzonderlijks

Bijvoeglijk naamwoord

afzonderlijk

  1. op zichzelf staand
    • The Hitchhikers guide to the galaxy bestaat nu uit 6 afzonderlijke delen. 
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen