Naar inhoud springen

Vertrag

Uit WikiWoordenboek
  • Ver·trag
enkelvoud
(onbepaald)
enkelvoud
(bepaald)
meervoud
(onbepaald)
meervoud
(bepaald)
nominatief en Vertragder Vertrag
datief me Vertragem Vertrag
accusatief en Vertragder Vertrag

Vertrag, m

  1. (juridisch) contract, verdrag
    «Wammer sei Vertrag erneie muss, kammer en neie Telephone griege. Ich hab en neie iPhone gewaehlt.»
    Als je je contract moet verlengen, kun je een nieuwe telefoon krijgen. Ik heb een nieuwe iPhone gekozen.