bezorgen: verschil tussen versies

Uit WikiWoordenboek
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k r2.7.3) (Robot: toegevoegd: mg:bezorgen
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 15: Regel 15:
#{{ov|nld}} [[verschaffen]]
#{{ov|nld}} [[verschaffen]]
{{bijv-1|Ik kan je alles '''bezorgen''' wat je nodig hebt.}}
{{bijv-1|Ik kan je alles '''bezorgen''' wat je nodig hebt.}}
{{-drv-}}
* [[bezorger]]
{{-trans-}}
{{-trans-}}
{{trans-top|1. ''iemand iets ~'': bij iemand aan huis afleveren}}
{{trans-top|1. ''iemand iets ~'': bij iemand aan huis afleveren}}

Versie van 6 jul 2013 00:21

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·zor·gen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
bezorgen
bezorgde
bezorgd
zwak -d volledig

Werkwoord

bezorgen

  1. ditransitief iemand iets ~: bij iemand aan huis afleveren
    • Hij kreeg een groot pak bezorgd. 
  2. overgankelijk bij iemand veroorzaken
    • Je bezorgt me hartkloppingen met dat lawaai. 
  3. overgankelijk goederen op een bepaalde plaats brengen, bestellen
  4. overgankelijk verschaffen
    • Ik kan je alles bezorgen wat je nodig hebt. 
Afgeleide begrippen
Vertalingen