bezorgen: verschil tussen versies

Uit WikiWoordenboek
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
RomaineBot (overleg | bijdragen)
Invulling parameter
k r2.7.3) (Robot: toegevoegd: mg:bezorgen
Regel 35: Regel 35:
*{{spa}}: {{trad|es|agenciar}}, {{trad|es|deparar}}, {{trad|es|proporcionar}}, {{trad|es|procurar}}, {{trad|es|facilitar}}
*{{spa}}: {{trad|es|agenciar}}, {{trad|es|deparar}}, {{trad|es|proporcionar}}, {{trad|es|procurar}}, {{trad|es|facilitar}}
{{trans-bottom}}
{{trans-bottom}}

[[en:bezorgen]]
[[en:bezorgen]]
[[fr:bezorgen]]
[[fr:bezorgen]]
[[id:bezorgen]]
[[id:bezorgen]]
[[mg:bezorgen]]

Versie van 17 jul 2012 22:46

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·zor·gen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
bezorgen
bezorgde
bezorgd
zwak -d volledig

Werkwoord

bezorgen

  1. ditransitief iemand iets ~: bij iemand aan huis afleveren
    • Hij kreeg een groot pak bezorgd. 
  2. overgankelijk bij iemand veroorzaken
    • Je bezorgt me hartkloppingen met dat lawaai. 
  3. overgankelijk goederen op een bepaalde plaats brengen, bestellen
  4. overgankelijk verschaffen
    • Ik kan je alles bezorgen wat je nodig hebt. 
Vertalingen