Spaanse zandloper

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • Spaan·se zand·lo·per
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord Spaanse zandloper Spaanse zandlopers
verkleinwoord Spaans zandlopertje Spaanse zandlopertjes

Zelfstandig naamwoord

de Spaanse zandloperm

  1. (reptielen) Psammodromus hispanicus op Wikispecies een hagedis uit de familie echte hagedissen (Lacertidae op Wikispecies)
Synoniemen
Hyperoniemen
Verwante begrippen


Gangbaarheid

Meer informatie