hagedissen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

kroonbasilisk (Basiliscus plumifrons) in zijn natuurlijke omgeving, het regenwoud van Costa Rica.
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • ha·ge·dis·sen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hagedissen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de hagedissenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord hagedis
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (reptielen) Lacertilia op Wikispecies een onderorde van de schubreptielen (Squamata op Wikispecies), die meer dan 7100 soorten telt. Hagedissen zijn daardoor de grootste groep van alle moderne reptielen. Ze zijn ontstaan in het trias, maar goede fossielen zijn pas bekend uit het jura. De slangen ontstonden in het Krijt uit een groep van de hagedissen. Hoewel slangen dus evolutionair gezien tot de hagedissen behoren, worden ze hier verder niet behandeld vanwege de afwijkende fysiologie en levenswijze
     Overal waar je keek zag je leven in de woestijn. Duikende vogels, mieren, hagedissen en het onophoudelijke gezang van de krekels.[1]
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen


Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia