Oudnoors
Uiterlijk
![]() |
- Oud·noors
- samenstelling van oud bn "uit een vroegere tijd afkomstig" en Noors zn , volgens spellingregel 16.I met hoofdletter en zonder koppelteken geschreven
enkelvoud | bezitsvorm | meervoud | |
---|---|---|---|
naamwoord | Oudnoors | - | - |
verkleinwoord | - | - | - |
het Oudnoors o
- geen meervoud (taal) het Noors zoals van de 11e tot de 14e eeuw werd gesproken en dat de voorloper was van het Middelnoors en vervolgens het Nieuwnoors (Nynorsk)
- Er zijn geschriften in het Oudnoors gevonden.
1. een taal die de voorloper van het Noors was
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord Oudnoors staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- IPA: /ˈəʊ̯tnuə̯rs/
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Oudnoors | - |
Oudnoors
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Eigennaam in het Nederlands
- Betekenis zonder meervoud in het Nederlands
- Taal in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Woorden in het Afrikaans
- Woorden in het Afrikaans met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Afrikaans
- Taal in het Afrikaans
- Noord-Germaanse talen