Hexemeeschder
Uiterlijk
- He·xe·meesch·der
- Afkomstig van Duits: Hexenmeister zn
- Samenstelling van Hexe zn "heksen" en Meeschder zn "meister"
enkelvoud (onbepaald) |
enkelvoud (bepaald) |
meervoud (onbepaald) |
meervoud (bepaald) | |
---|---|---|---|---|
nominatief | en Hexemeeschder | der Hexemeeschder | Hexemeeschder | die Hexemeeschder |
datief | me Hexemeeschder | em Hexemeeschder | Hexemeeschder | de Hexemeeschder |
accusatief | en Hexemeeschder | der Hexemeeschder | Hexemeeschder | die Hexemeeschder |
Hexemeeschder, m
- (magie), (persoon) heksenmeester
Categorieën:
- Woorden in het Pennsylvania-Duits
- Woorden in het Pennsylvania-Duits van lengte 13
- Woorden in het Pennsylvania-Duits met audioweergave
- Woorden in het Pennsylvania-Duits met IPA-weergave
- Pennsylvania-Duitse woorden naar herkomst uit het Duits
- Samenstelling in het Pennsylvania-Duits
- Zelfstandig naamwoord in het Pennsylvania-Duits
- Magie in het Pennsylvania-Duits
- Persoon in het Pennsylvania-Duits