Gratsch
Uiterlijk
- Gratsch
enkelvoud (onbepaald) |
enkelvoud (bepaald) |
meervoud (onbepaald) |
meervoud (bepaald) | |
---|---|---|---|---|
nominatief | en Gratsch | die Gratsch | Gratsche Gratsches |
die Gratschse die Gratsches |
datief | re Gratsch | der Gratsch | Gratsche Gratsches |
de Gratsche de Gratsches |
accusatief | en Gratsch | die Gratsch | Gratsche Gratsches |
die Gratsche die Gratsches |
Gratsch, v
- (bouwkunde), (verkeer) autostalling, garage
-
Gratsches
Autostallingen
Categorieën:
- Woorden in het Pennsylvania-Duits
- Woorden in het Pennsylvania-Duits van lengte 7
- Woorden in het Pennsylvania-Duits met audioweergave
- Woorden in het Pennsylvania-Duits met IPA-weergave
- Pennsylvania-Duitse woorden naar herkomst uit het Engels
- Pennsylvania-Duitse woorden naar herkomst uit het Frans
- Zelfstandig naamwoord in het Pennsylvania-Duits
- Bouwkunde in het Pennsylvania-Duits
- Verkeer in het Pennsylvania-Duits