Droppe

Niet te verwarren met: droppe

Pennsylvania-Duits

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: / ˈdʁɔpə /

Woordafbreking

• Drop·pe

Woordherkomst en -opbouw

• Afkomstig van het Duitse woord  Tropfen zn 

m	enkelvoud (onbepaald)	enkelvoud (bepaald)	meervoud (onbepaald)	meervoud (bepaald)
nominatief	[1]: en Droppe	[1]: der Droppe	[1+2]: Droppe	[1+2]: die Droppe
datief	[1]: me Droppe	[1]:em Droppe	[1+2]: Droppe	[1+2]: de Droppe
accusatief	[1]: en Droppe	[1]: der Droppe	[1+2]: Droppe	[1+2]: die Droppe

Zelfstandig naamwoord

Droppe, m

1. druppel
2. alleen meervoud, (medisch) elk vloeibaar medicijn
3. (eenheid) kleine hoeveelheid vloeistof, vooral van medicijn

• 
  [1]: Wasserdroppe auf em Blatt
  Waterdruppels op een blad
• 
  [2]: Aagedroppe
  Oogdruppels

Hyponiemen

   

[1]:  Hiobsdroppe zn  [1]:  Reggedroppe zn  [1]:  Wasserdroppe zn  [2]:  Aagedroppe zn  [2]:  Ohredroppe zn  [2]:  Riechdroppe zn  [2]:  Schlofdroppe zn  [2]:  Schweessdroppe zn

Zelfstandig naamwoord

Droppe

1. mannelijk meervoud van Droppe