Amsel
Alemannisch
Uitspraak
Zelfstandig naamwoord
Amsel
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Duits
Uitspraak
- Geluid: Amsel (hulp, bestand)
- Geluid: Amsel (hulp, bestand)
- IPA: /ˈamzl̩/, (duidelijk uitgesproken) /ˈamzəl/
Woordafbreking
- Am·sel
Woordherkomst en -opbouw
- [1] Komt van het Middelhoogduitse amsel, dat weer van het Oudhoogduitse ams(a)la stamt. De herkomst van dit Oudhoogduitse woord is niet bekend. Etymologische verwantschap bestaat met het Engelse ouzel.
Zelfstandig naamwoord
Amsel v
- (zangvogels) Turdus merula merel
- «Die weibliche Amsel baut dreimal im Jahr ein Nest.»
- De vrouwelijke merel bouwt driemaal per jaar een nest.
- «Die weibliche Amsel baut dreimal im Jahr ein Nest.»
Verbuiging
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | die Amsel | die Amseln |
genitief | der Amsel | der Amseln |
datief | der Amsel | den Amseln |
accusatief | die Amsel | die Amseln |
Synoniemen
- [1] Schwarzdrossel
Hyperoniemen
Hyponiemen
- [1] Mistamsel, Ringamsel, Wasseramsel
Afgeleide begrippen
- [1] Amselnest, Amselpfiff, Amselruf
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Categorieën:
- Woorden in het Alemannisch
- Woorden in het Alemannisch met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Alemannisch
- Zangvogels in het Alemannisch
- Vogels in het Alemannisch
- Woorden in het Duits
- Woorden in het Duits van lengte 5
- Woorden in het Duits met audioweergave
- Woorden in het Duits met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Duits
- Zangvogels in het Duits
- Vogels in het Duits