-erik

Nederlands

Huidig bestand
23

Uitspraak

• Geluid:  -erik    (hulp, bestand)

Woordherkomst en -opbouw

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	-erik	-eriken
verkleinwoord

Achtervoegsel

-erik m

1. iemand met de door het grondwoord genoemde eigenschap

Hyponiemen

    enige woorden met dit voorvoegsel die nog moeten worden aangebracht

ambetanterik braverik dieperik doverik draverik dwazerik = flauwerik ganzerik genezerik glimmerik katterik klefferik = lichterik loenserik meterik onbeleefderik onbeschaamderik onbeschofterik pedanterik = pleiterik priemerik sluiterik snotterik soeterik stijverik stouterik = trapperik valserik vuilderik westerik zatterik zederik zwarterik

Gangbaarheid

• Het woord '-erik' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.