ἀμφί

Uit WikiWoordenboek

Oudgrieks

Woordherkomst en -opbouw
  • Van het Proto-Indo-Europese *h₂mbʰi. Verwanten zijn onder andere het Nederlandse om en het Latijnse ambi-.

Voorzetsel

ἀμφί + genitief

  1. (plaats) om, nabij
  2. (reden) om, vanwege, wegens

Voorzetsel

ἀμφί + datief

  1. (plaats) aan weerskanten van, rondom, om (... heen); bij, nabij
  2. (verbinding) om, aangaande, betreffende
  3. (reden) om, vanwege, wegens

Voorzetsel

ἀμφί + accusatief

  1. (plaats) om (... heen)
  2. (tijd) omstreeks, rond
  3. (overdrachtelijk) ongeveer, rond