loosheid
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- loos·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | loosheid | loosheden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
loosheid v
- onbetrouwbaarheid
- in samenstellingen: [het eerste lid van het woord] niet hebbend; zonder het [eerste lid van het woord]
Synoniemen
Afgeleide begrippen
[2] [het eerste lid van het woord] niet hebbend
Gangbaarheid
- Het woord loosheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "loosheid" herkend door:
65 % | van de Nederlanders; |
65 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -heid in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 65 %
- Prevalentie Vlaanderen 65 %