gevoelloosheid

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·voel·loos·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gevoelloosheid gevoelloosheden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de gevoelloosheidv

  1. het gevoelloos zijn
    • De gevoelloosheid van de voetrand is het gevolg van een hernia. 
  2. het zonder emotie zijn
    • De gevoelloosheid van de psychopaat hoort bij zijn klinisch beeld. 
Synoniemen
  1. [2] kilheid

Gangbaarheid