trouweloosheid
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- trou·we·loos·heid
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van trouweloos met het achtervoegsel -heid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | trouweloosheid | trouweloosheden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de trouweloosheid v
- het trouweloos zijn
- De trouweloosheid van veel echtgenoten maakt vrouwen wantrouwend.
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord trouweloosheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.