compromisloosheid
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- com·pro·mis·loos·heid
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van compromisloos met het achtervoegsel -heid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | compromisloosheid | compromisloosheden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de compromisloosheid v
- het compromisloos zijn
- De compromisloze onderhandelaar kon geen toegevingen doen aan zijn opponent.
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord compromisloosheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.