kryt

Uit WikiWoordenboek

Afrikaans

Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Nederlandse krijt

Zelfstandig naamwoord

kryt

  1. krijt; wit mineraal dat uit calciumcarbonaat bestaat
  2. krijt; schrijfmateriaal uit dat materiaal vervaardigd


Fries

Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Oudgriekse krypto

Zelfstandig naamwoord

kryt

  1. krijt


Tsjechisch

Uitspraak
Woordafbreking
  • kryt

Zelfstandig naamwoord

kryt

  1. kap, deksel, omhulsel; een ding dat iets bedekt
    «Zavřel jsem kryt motoru a nastoupil do auta.»
    Ik heb de motorkap dichtgedaan en ben de auto ingestapt.
  2. schuilplaats, schuilkelder; een plek om te schuilen voor gevaar
    «Kdybychom včas nezapadli do protileteckého krytu, byli bychom už dávno mrtví.»
    Als we niet op tijd in de schuilkelder waren gedoken, zouden we al lang dood zijn geweest.
Verbuiging
Synoniemen
  1. krytka v
  2. úkryt monbezield
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen

Verwijzingen

Werkwoord

kryt

  1. mannelijk enkelvoud passief deelwoord van het imperfectieve werkwoord krýt