grå

Uit WikiWoordenboek


Deens

Uitspraak
Woordafbreking
  • grå
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoordse bijvoeglijke naamwoord grár
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
g enkelvoud grå mere grå mest grå
o enkelvoud gråt
meervoud grå
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
grå mere grå mest grå

Bijvoeglijk naamwoord

grå

  1. (kleur) grijs
Afgeleide begrippen
Anagrammen

Verwijzingen


Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • grå
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoordse bijvoeglijke naamwoord grár
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud grå gråere gråest
o enkelvoud grått
meervoud grå
(gråe)
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
gråe gråere gråeste

Bijvoeglijk naamwoord

grå

  1. (kleur) grijs
    «Den grå elghunden er en typisk spisshund.»
    De grijze elandhond is een typische spitshond.
Afgeleide begrippen
Spreekwoorden
  • I mørket er alle katter grå.
Bij nacht zijn alle katten grauw.
Uitdrukkingen en gezegden
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   grå     -     -     -  
genitief   grås     -     -     -  

Zelfstandig naamwoord

grå, o

  1. (kleur) (het) grijs
Anagrammen



Nynorsk

Uitspraak
Woordafbreking
  • grå
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoordse bijvoeglijke naamwoord grár
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud grå gråare gråast
o enkelvoud grått
meervoud grå
(gråe)
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
gråe gråare gråaste

Bijvoeglijk naamwoord

grå

  1. (kleur) grijs
Afgeleide begrippen
Spreekwoorden
  • I mørkret er alle kattar grå.
Bij nacht zijn alle katten grauw.
Uitdrukkingen en gezegden
vervoeging
onbepaalde wijs grå
tegenwoordige tijd grår
verleden tijd grådde
voltooid
deelwoord
grådd
grått
onvoltooid
deelwoord
gråande
lijdende vorm gråast
gebiedende wijs grå
vervoegingsklasse Klasse 3 zwak
opmerking

Werkwoord

grå

  1. overgankelijk grijzen (grijs worden in het gezicht)
  2. overgankelijk betrekken (bewolkt worden)
  3. overgankelijk blazen (de wind blaast over het meer en maakt het wateroppervlak grijs)
Schrijfwijzen
Afgeleide begrippen
Anagrammen



Zweeds

Uitspraak
Woordafbreking
  • grå
A: nominatief stellend vergrotend overtreffend
onbepaald /
sterk
g enkelvoud grå gråare gråast
o enkelvoud grått
meervoud grå
gråa
bepaald / zwak
alle vormen grå
gråa
gråare gråaste
bep. enkelvoud bij een
mannelijke persoon of
een mannelijk dier ook:
grå
gråe
B: genitief stellend vergrotend overtreffend
onbepaald /
sterk
g enkelvoud grå gråare gråast
o enkelvoud grått
meervoud grå
gråa
bepaald / zwak
alle vormen grå
gråa
gråare gråaste
bep. enkelvoud bij een
mannelijke persoon of
een mannelijk dier ook:
grå
gråe

Bijvoeglijk naamwoord

grå

  1. (kleur) grijs
    «Stenen är grå
    De steen is grijs.
Afgeleide begrippen
Anagrammen